- Veel landen in de wereld hebben toezeggingen gedaan om in 2050 klimaatneutraal zijn en netto geen CO2 meer uitstoten, maar het behalen van die doelstelling is nog heel ver weg.
- In een onlangs verschenen rapport staat dat “de kloof tussen wat nodig is en wat wordt uitgevoerd elk jaar blijft groeien.”
- Om de doelstellingen te halen moet extra capaciteit aan hernieuwbare energie tot 2030 fors omhoog.
- Lees ook: De opwarming van de aarde komt volgens het nieuwste IPCC-klimaatrapport waarschijnlijk boven de 1,5 graad uit, maar er liggen nog steeds kansen op een duurzame en leefbare toekomst
Veel landen in de wereld hebben beloofd in 2050 klimaatneutraal te willen zijn en netto geen CO2 meer uit te stoten. Maar die doelstelling is nog heel ver weg, blijkt uit een onlangs verschenen rapport van het Internationaal Agentschap voor hernieuwbare energie (IRENA).
Volgens het rapport is “de energietransitie is ontspoord” en blijft “de kloof tussen wat nodig is en wat wordt uitgevoerd elk jaar groeien”. In eerdere onderzoeken komen het Internationaal Energie Agentschap en het VN-klimaatpanel IPCC tot soortgelijke conclusies.
Lees ook: Wat iedereen moet weten over de klimaatcrisis
Om op koers te blijven voor netto nul CO2-uitstoot in 2050 moeten investeringen in de mondiale capaciteit van hernieuwbare energie tot 2030 op jaarbasis ongeveer drie keer zo hoog worden, signaleren analisten van ABN AMRO maandag.
Volgens het IRENA-rapport is niet nodig het wiel opnieuw uit te vinden, maar is het vooral van belang tot een “aanzienlijke schaalvergroting van bestaande oplossingen” te komen. Zo moeten in de elektriciteitssector, het vervoer en de bouw de nadruk komen te liggen op het bevorderen van efficiëntie en elektrificatie op basis van hernieuwbare energiebronnen.
De achterstand in de verduurzaming van de energiemix is goed zichtbaar bij het investeringstempo. Dat blijft ver achter bij wat nodig is om de wereld op koers te houden voor maximaal 1,5°C opwarming.
De analisten van ABN AMRO illustreren dit in de volgende tabel voor een aantal deelgebieden.
Zo is het huidig investeringstempo in schone waterstof 1,1 miljard euro per jaar, terwijl dit 80 miljard per jaar zou moeten zijn. In de infrastructuur voor elektrische voertuigen wordt jaarlijks 30 miljard euro geïnvesteerd, maar dit zijn 141 miljard euro per jaar moeten zijn.
Voor investeringen in de opwekkingscapaciteit hernieuwbare energie geldt dat daar nu jaarlijks 486 miljard euro naartoe gaat, terwijl dat wereldwijd 1.300 miljard euro per jaar zou moeten zijn. Dat is bijna drie keer zoveel.
De huidige investeringsniveaus sterk geconcentreerd in termen van geografie en technologieën. Het IRENA-rapport schat dat 85 procent van de wereldwijde investeringen in hernieuwbare energie die afgelopen jaar zijn gedaan, ten goede komen aan minder dan 50 procent van de wereldbevolking. Afrika is hierbij slechts goed voor 1 procent van de extra capaciteit. Dit onderstreept volgens de analisten van ABN AMRO de noodzaak van klimaatsolidariteit voor een succesvolle energietransitie.
Uit een afgelopen week verschenen studie van wetenschappers van de universiteit van Utrecht blijkt dat de uiteindelijke kosten van klimaatschade die ontstaat als er te weinig wordt gedaan, vele malen groter zullen zijn dan de kosten van tijdige klimaatinvesteringen.
